

Opiniestuk in De Standaard: Als je vrede wilt, bereid ze dan voor
Durf een bezoek aan Moskou aan, schrijven Gerard Bodifée, Réginald Moreels, Tom Sauer en Philippe Van Parijs. Voer de dialoog tot op het bot. Luister naar ‘de vijand’.
Gerard Bodifée, Réginald Moreels, Tom Sauer, Philippe Van Parijs
Astrofysicus en filosoof; humanitair chirurg; professor internationale politiek Universiteit Antwerpen, professor emeritus filosofie UCLouvain
27 april 2025 om 23:59
Veiligheid is gedeelde veiligheid. De EU kan honderden of zelfs duizenden miljarden aan wapens uitgeven, maar als Rusland zich niet veilig voelt, zal ook in Europa – en op de eerste plaats Oekraïne en Oost-Europa – de onzekerheid blijven bestaan. De paradox is dat door ons te bewapenen Rusland zich nog onveiliger voelt. Dat is het zogenaamde veiligheidsdilemma. Toch lijken onze Europese politici opnieuw in deze val te trappen, en dit door twee mechanismen: angst voor Rusland, en daarnaast een drang naar macht en aanzien in de wereld.
De angst voor een Russische aanval tegen een EU- of Navo-land (waar Oekraïne tot nader orde niet toe behoort) is echter ongegrond. De Europese Navo-lidstaten (inclusief het VK, Turkije en Noorwegen) alleen al geven dit jaar 500 miljard dollar uit aan defensie, vier keer meer dan Rusland. We beschikken over veel meer artillerie, tanks, gepantserde voertuigen, gevechtsvliegtuigen, helikopters, schepen, en manschappen. Rusland beschikt over meer inhumane kernwapens, bommenwerpers en militaire satellieten. Daarmee stoot je niet door tot de Grote Markt in Brussel. Dat laatste wordt door minister van Defensie Theo Francken (N-VA) zelfs toegegeven. Rusland kan na jaren oorlog voeren Kiev zelfs niet innemen. Het Russische gevaar wordt in onze media dus opgeblazen door actoren die er belang bij hebben. Defensie en de defensie-industrie spinnen garen bij deze oorlog.
Waarom de West-Europese politieke leiders meestappen in het verhaal heeft minder te maken met veiligheid dan met macht. Of beter: een gevoel van te weinig macht. Exemplarisch is de verkrampte Europese reactie bij de ontmoeting van de Amerikanen en Russen in Saudi-Arabië. De EU voelde zich over het hoofd gezien. De Brusselse bubbel meent dat het haar vooral aan militaire macht ontbreekt. Iemand zou hen toch eens de bovenstaande nuchtere cijfers over defensiebudgetten en capaciteiten diets moeten maken. De kans bestaat dat Europa door deze wapenwedloop zich economisch pas echt in de voet zal schieten. Sommigen beweren dat dat net de bedoeling van de regering-Trump is.
Europese diplomatie
Wat ontbreekt naast defensie en wat heel dringend nodig is, is de inzet van de Europese diplomatie met Moskou. Al meer dan drie jaar gaat de EU dat uit de weg. Ook vandaag nog. Bezoeken aan Kiev, al dan niet met traantjes, zullen de zaak niet vooruithelpen. Durf een bezoek aan Moskou aan. Voer de dialoog tot op het bot. Luister naar ‘de vijand’, tracht je in te leven in zijn gedachtewereld, en informeer je over de historische, politieke en cultuurgebonden oorzaken van het conflict. Nog beter dan te zoeken naar een staakt-het-vuren is meteen aan tafel te gaan zitten om een duurzaam vredesakkoord uit te dokteren.
Daarna zal de EU moeten maken dat niet alleen Oekraïne, maar ook Rusland zich minimaal veilig voelt. Dat is mogelijk door rekening te houden met de legitieme nationale veiligheidsbelangen van deze regionale grootmacht. Zolang Rusland niet op gelijke voet wordt opgenomen in de Europese veiligheidsarchitectuur, zal het genoodzaakt zijn om Oekraïne als neutrale bufferstaat te gebruiken. Dat is perfect normaal in een constellatie van machtsevenwicht, dat per definitie precair is. In de plaats daarvan dient één regionale collectieve veiligheidsorganisatie inclusief Oekraïne en Rusland te worden opgericht, ofwel in de vorm van de Navo, maar dan als collectieve veiligheidsorganisatie (in plaats van een collectieve defensie-organisatie), ofwel in de vorm van een versterkte Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Zulke organisaties zijn niet gericht tegen een externe vijand, maar trachten de veiligheid tussen de lidstaten te verzekeren door afspraken te maken over oorlog en vrede, inclusief militaire steun mocht een van de lidstaten de regels overtreden. Een voorbeeld van zo’n mechanisme dat in het verleden gewerkt heeft, is het zogenaamde Europees Concert in de negentiende eeuw (1815-1870). Bestaande allianties in Oost en West, gericht tegen een externe vijand, zullen na de oorlog het bijltje er best bij neerleggen.
Militair-industrieel-complex
Binnen deze regionale collectieve veiligheidsorganisatie kan de EU uit efficiëntie-overwegingen de defensie-integratie verderzetten zonder te willen eindigen met een militair-industrieel-complex à la de VS of de USSR ten tijde van de Koude Oorlog. Nog nuttiger zou zijn om te focussen op het tegengaan van hybride oorlogvoering (al zal die dreiging na een vredesakkoord ook substantieel verminderen), het tegengaan van de gevolgen van de klimaatopwarming en het onveiligheidsgevoel in onze steden aanpakken door de drugsproblematiek ernstig te nemen. Daarvoor hebben we geen extra F-35’s met Europese kernwapens nodig.
Europa kan de amateuristische diplomatieke pogingen van de regering van Trump versterken door een einde te willen maken aan deze oorlog. Vrede nastreven is een politieke plicht. Het recht om oorlog te voeren bestaat niet, welke rechtvaardige reden je ook kunt verzinnen.
Lees meer in De Standaard.